God,

Ik las in het dekenale blad Informatie van februari: "In God is geen geweld".

Verschillende schrijvers belichtten dit thema en ik gaf me van harte graag over aan die overtuigende woorden, maar ...

Mensen hebben ook altijd maren, hè? Voetstoots die waarheid aannemen wilde ik zo graag, het lukte niet.

Heer, U moet niet boos op me zijn om de gedachten die in mij opkwamen. Ik zal ze U eerlijk opbiechten.

Makkelijk praten hoor, in God is geen geweld. Alle geweld dat in Hem besloten gelegen kan hebben heeft Hij overgedaan aan Zijn schepping, met alles wat daarin bestaat.

Natuurrampen, aardbevingen, wervelstormen, overstromingen, geweld dat ons zó maar overkomt.

We kennen de voedselketens. De spin eet de vlieg, gevangen in haar web. De vogel pakt de spin en de vogel valt ten prooi aan de kat. De beer verschalkt de vis, de vis een kleinere soortgenoot die zich heeft verzadigd aan het kleinste zeegoed.

Schrijven we aan vruchten en gewas gevoel toe dan is er voor mens en dier geen andere weg dan geweld.

De mens kreeg de Hof van Eden om er te leven, het was hem niet genoeg. Eenmaal veroordeeld buiten, rook hij bloed. Er wordt gedood om te eten, we doden omwille van macht.

God, U vroeg toch offerbloed op Uw altaren. U vroeg toch om de zoon van Abram.

Toen al die boze dingen door mij heen waren geraasd en ik U de schuld gaf van mijn uitzichtloosheid, moest ik opeens aan Jezus denken. Hij deed niet mee. Hij at met de tollenaar, gaf de overspelige vrouw zicht op toekomst. Hij weersprak Pilatus niet en bood de goede moordenaar aan Zijn zijde toegang tot Uw Rijk.

Hij wilde alle geweld op Zijn kruis met zich wegdragen, opdat U het weer achter slot en grendel kon steken.

Nóg is dat laatste niet gebeurd. Wij hebben nog niet geleerd Uw Zoon na te volgen. In hem was geen geweld, ... in U is geen geweld.

God, wil het onze wegnemen. Zegen ons, tot vrede op aarde aan mensen van goede wil, dat bidt nederig

Uw dochter Martha