God,
Nog twee weken dan breekt de vakantietijd weer aan. Als het even kan stappen we uit de sleur van alledag. Kan het niet dan is het leven toch anders dan we gewend zijn.
Na twee maanden vallen de stukjes weer terug op hun plaats en zijn we terug bij af.
Toen wij vroeger op vakantie gingen -hoe lang geleden is dat vroeger al -stouwden we de tenten, de koffers en de kinderen in de auto. Als we de stad waren uitgereden en beseften dat het echt begonnen was, baden we een reisgebed. Uw wakend oog smeekten we over ons af en assistentie werd ingeroepen van de Drie koningen en Maria, sterre der zee.
Welk heil we er precies van verwachtten? Ging het verder dan geen ongelukken en wel mooi weer?
Afgelopen week op Sebastiaans verjaardag wandelde ik naar het kerkhof voor een gebed aan zijn graf. Ik stond daar bloed-warm-levend zonovergoten ... en hij verkild diep in de donkere aarde, aarde wordend ...
Ik wilde wel bidden maar wist niet wat. In mijn hoofd maalden duizend denksels die ik opzond naar U en Sebastiaan, die ik niet in woorden kreeg gevat.
Bidden, vroeger was het toch zo gemakkelijk. In de mis werd alles voor je gezegd en gezongen. Aanwezig zijn met eerbied en aandacht. De rozenkrans, het morgengebed, avond- en tafelgebed, het angelus, woorden, woorden, je sprak ze na, altijd hetzelfde, niets eigens, ja misschien een hier of daar gestamelde intentie.
Toen ik weer naar huis liep vroeg ik me af, wat nu mijn gebed was geweest. God, wat is bidden nu eigenlijk voor mij? Ten overstaan van U Heer trachten in mij mijn gedachten te ordenen en voor U te ontvouwen, ze naar eer en geweten te toetsen en er voor mijzelf de consequenties aan verbinden.
Uw almacht delegeert aan mij te weten wat goed is en wat niet, wat gedaan moet, wat gelaten, wat U kunt doen en wat U zult laten.
Als het zo werkte zou U een eeuwig loflied toezingen, zonder smeken, de vervulling van gebed zijn. Maar zover is het niet, nog lang niet, zeker niet bij mij.
God, daarom vraag ik U: "Zie neer op Uw kinderen die op weg gaan om vrijheid te vieren. Schenk hun bekommernis en eerbied voor Uw schepping in al haar vormen en laat hen innerlijk verrijkt en veilig thuiskeren".
Uw liefhebbende
Martha