God,

De eenentwintigste eeuw is al weer een jaartje dichter in zicht. We zijn toe aan de laatste happen van negentienhonderd een en negentig. Het verhaal dat ik U nu wil vertellen, iets wat ons vorig jaar overkwam in de late decemberdagen, paste niet meer zo goed in de eerste bruisende dagen van het nieuw begonnen jaar. Daarna vergat ik het en nu borrelt het weer boven.

Ruim voorzien van zon- en feestdagen hadden we kinderen te logeren. Om eens even los te komen van kerstboom, kabbelend gebabbel en het open-haardvuur, besloten we na een fikse winterwandeling toch ook nog even over de antiekbeurs in de Stadssporthal te slenteren.

Heerlijk om naar mooie oude dingen te kijken zonder de minste behoefte ze ook te willen bezitten.

Toch vroeg onze zoon op een van de volgende weekse werkdagen mij met hem mee te gaan. Er was toch een wensje in zijn bol blijven hangen en we gingen met zijn tweeën op pad. Wat hij zocht weet ik niet meer. We vonden dat ook niet, maar wel ...., God ziet U het nog voor U....

We neusden rond in een curiosa winkeltje. De eigenaar was druk bezig met zijn cliënten en liet ons rustig onze gang gaan. Een bijna middelbare man, duidelijk allochtoon, had met een oudere vrouw, mogelijk de moeder, een zware bontgekleurde tegel-ingelegde tafel gekocht. Het gevaarte moest alleen nog de winkel uit op weg naar een nieuw onderdak.

Spontaan schiet mijn zoon te hulp om de verworven kostbaarheid naar de auto te dragen.

Nog bij de open kofferbak pakt de moeder zijn hand en stamelt in haar gebroken Nederlands: "Ach heer, dankiewel, bedank en de beste mensen." We moesten het even tot ons laten doordringen, "de beste mensen," en werden toen stil van deze heilwens van de vrouw. Bij het einde van het jaar nu, zeg ik het U mijn God, "Heer, bedankt voor alles en ik wens U een wereld vol beste mensen".

Uw liefhebbende Martha