God,
Een verwoed krantelezer ben ik niet. Ik blader graag, noteer in m'n bol de koppen van de artikelen die ik later alsnog wil doornemen.
Op mijn leeftijd met de A.O.W. maandelijks op mijn rekening heb ik te weinig tijd om alles wat los en vast is van a tot z te lezen. Wat een geluk voor mij hé, mijn tijd zo hard nodig te hebben om te doen wat moet, om te doen wat ik leuk vind.
Als je met kranten en tijdschriften omgaat zoals ik, dan valt het wel op dat op veel pagina's veel vrouw voorkomt.
Vrouwen gediscrimineerd, onheus bejegend door de samenleving. Vrouwen die voorkeur krijgen bij sollicitaties - m/v. Vrouwen op de barricaden voor allerlei nastreefbare zaken. Vrouwen die staan voor een eigen theologie. Vrouwen die knokken voor een erkende plaats aan het altaar, op de preekstoel.
In het hollandse stadje met z'n vierduizend inwoners, waar ik ben opgegroeid, waren minstens zeven christelijke denominaties met eigen kerkgebouwen en -zalen. In één van die gemeenten was de voorganger een vrouwelijke dominee, ja, toen al.
Ze was een heel frêle klein dametje. Ze woonde alleen in een groot huis naast een vriendinnetje van me. Om haar voorhoofd droeg ze een zilveren kettinkje dat boven haar oren in het opgestoken haar verdween. Ik vond dat zó mooi!!
Een eigen kerk, een groot huis, een fluwelen toga met witte bef én een ketting in je haar; ik wilde ook dominee worden.
Dat is lang geleden. Ik zit in de kerk gewoon stilletjes in de bank, nog steeds.
Ondanks heroriëntatie op oude patronen, na de bevrijdende en hoopvolle Johannes-periode, zing ik en bid ik mee en luister naar wat de gelovigen wordt voorgehouden en ik overweeg of ik dat alles met mijn gewetensvol geloof in overeenstemming kan brengen.
U weet dat, ik leg het immers altijd aan U voor.
Ik hoef niet aan het altaar, niet op de preekstoel.
Help mij Heer mijn weg zo te blijven gaan, in het licht van Jezus' boodschap, ten einde toe. Dan is het goed.
Ik groet U met een warm hart
Uw Martha