God,
De vakantieperiode is al weer ruimschoots afgesloten. Vrij zijn, niets doen dan dat waar je zin in hebt, is weer ingeruild voor het gareel van alledag.
Half september zijn we daar weer ongeveer aan gewend. Een zweempje vakantie is nog over in de kleur van onze huid en het foto-album dat nog niet klaar is.
Als je zelf niet uitgesproken reislustig bent, kun je in de zomermaandse kranten je hart ophalen aan reisbeschrijvingen. Ik lees ze altijd met veel plezier, misschien toch ook wel met iets van een onbestemd verlangen.
Daarover nadenkend kwam het in me op, dat je in diezelfde kranten zwartomrande berichten leest van families die geliefden niet meer terug thuis mogen verwachten.
Berichten ook van mensen, die van hieruit de reis hebben aanvaard over de grens van de tijd heen.
Nu, enkele weken na zijn heengaan, gedenk ik een man die ik in de loop van de tijd zo zeer heb leren waarderen: Louis van Duijnhoven, de tekenaar van de pittige prentjes in het Tilburgse dekenale blad "Informatie". Wat een geest, wat een begrijpen straalde daar van af. Wat zullen we hem daar missen.
Ik leerde Louis ook kennen als districtskatecheet.
Als oma, die op de hoogte wil blijven van de godsdienstige vorming van het nageslacht, las ik altijd zijn brieven aan de ouders van de basisschoolkinderen over de katecheseprojekten. De laatste die ik heb gezien ging over: Pijn.
God, wat moet dat voor hem een momentopname zijn geweest, een hoopvol ogenblik in zijn slopende ziekte.
Ik vond hem bij al zijn gaven van woord en beeld, de verpersoonlijking van het conciliair proces. Hij leefde... en leefde vóór: vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping, een totaal mens in alle drie die opdrachten.
Heer, volgens velen hebt u deze man veel te vroeg thuisgehaald.
Moge het naamloze in memoriam, dat ik las in het huis-aan-huiskrantje van ons dorp, zijn vervulling zijn.
Bewaar hem in uw
hand; dat bidt
uw liefhebbende Martha