God,
Het is Pinksteren dezer dagen, de herdenking van de komst van de Helper, die ons door Jezus werd beloofd, de Heilige Geest. Het is moeilijk je daar iets bij voor te stellen.
Vroeger in de godsdienstles leerden we dat U wel moest bestaan door een aantal godsbewijzen. Ik weet echt niet meer hoeveel het er waren en ik weet ook niet meer hoe het moest, die bewijsvoering. Ik heb het ook niet nodig. Ik geloof! Aarde, zon, maan, sterren, mens, plant, dier en heelal kunnen volgens mij niet bestaan zonder een almogende beheerder. Uw Zoon heeft ons dat ook voorgehouden en hij is een mens geweest van vlees en bloed: hij is niet te ontkennen. De Vader, de Zoon en dan nog de Heilige Geest. Ik heb sinds Kerstmis in "Informatie" de stukjes gelezen over de gaven van de Heilige Geest en iedere keer dacht ik: "Dat is mooi, maar ik kan het nog nauwelijks navertellen". Toch heeft het me knap beziggehouden en ik ben op zoek gegaan naar meer. Ik las erover in de Nieuwe Katechismus van 1966 en dat brengt je wel tot een veelomvattend begrip. Ik kom voor mezelf tot de overweging dat Uw Heilige Geest ook mijn geweten is, dat Uw Geest woont in mijn wezen en in dat van mijn medemens.
Nog verder gravend, vond ik een boekje, uitgave van de Katholieke Bijbelstichting: "Pinksteren - de geest ervaren" van Jakob Kremer. Daar las ik zeer aansprekende dingen. Een kerk op weg, vanuit de inspiratie waarmee ze in het begin is gestart, brieven van Paulus aan de Romeinen en de Efeziƫrs: "Acht uzelf niet hoger dan ge kunt verantwoorden, denk over uzelf met bedachtzaamheid, neem als norm het geloof maar houd rekening met de voor ieder verschillende maat van Gods gave. Wees eensgezind. Schik u zonder hooghartigheid in de omgang met gewone mensen. Wees niet eigenwijs." Deze niet mis te verstane aansporing tot nederigheid - een tegenwoordig niet bijster gewaardeerde deugd omdat er vroeger een karikatuur van is gemaakt - gaat ervan uit dat mensen die door Gods Geest gegrepen zijn, gevaar lopen hun eigen inzicht te verabsoluteren en hun oordeel voor onfeilbaar te houden. Maar hij die zich bewust is van het gevaar van zelfbedrog zal zich hoeden voor een zelfverzekerde beoordeling van zijn eigen geesteservaring en deemoedig luisteren naar het oordeel van anderen, onder meer ook dat van de hele kerk.
Heer, dit geldt toch echt voor allen in de kerk. Geef dat wij door de Geest de ware wijsheid mogen bezitten en ons in zijn vertroosting mogen verblijden.
Uw Martha