God,
De doden kunnen per dag worden geteld, dat wel, maar het is oorlog. Dezelfde die duizenden jaren geleden ook al werd gevoerd. Arme volken, arm land. Ja, Heer, ik bedoel het Beloofde Land van Abraham, Isaäk en Jacob, dat nu veertig jaar Israël heet. Er wordt gevierd en er vloeit bloed.
Ik heb er U tot nu toe niet over geschreven - ik weet niet goed waarom - maar U hebt ons ongetwijfeld gezien toen we vier jaar geleden Jezus' vaderland bezochten. U weet ook wel hoe wij er nog dagelijks mee bezig zijn.
Onze reis door Israël en een deel van Jordanië was openbarend, in verschillende opzichten. Ik kan me niet aan het gevoel onttrekken dat de christenen de heilige plaatsen haast hebben ontheiligd met hun kerken, die bezitterig bijna niets van de oorsprong zichtbaar laten.
Diep geroerd was ik in Emmaus, door de wijde blik op de berg Tabor en uitkijkend over het herdersveld in Betlehem. Ik had het gevoel in de voetstappen van Uw Zoon te treden op het smalle, bloemomzoomde, met stenen bezaaide pad van de berg van de zaligsprekingen naar beneden naar het meer van Genesareth.
Ik heb nooit vermoed dat de woestijn zoveel kleur in zich bergt en dat uit de diep gescheurde, uitgedroogde grond zulk een bloesempracht kan ontspruiten.
De bomen in de Hof van Olijven spraken hun eigen taal tot mij. Duizenden jaren oud, bijna alleen maar holte met een knoestige schors droegen ze toch een bladerkroon en zetten ze vrucht. Zo'n symbool van leven wilde ik meenemen naar huis. Beschuttend dak tegen de felle zon, olie om voedsel te bereiden, olie als geneesmiddel, als zalving en heiliging, olie om de duisternis te verlichten, en uiteindelijk het hout voor kommen, schalen en lepels. Ik heb zonder succes geprobeerd een boompje te kopen en vertroetelde onderweg en thuis een stekje, het pakte niet.
Ik heb jaren gezocht. Kennissen en vrienden brachten van mediterrane vakanties stekjes mee en pakjes zaad, maar niets van dat al wilde gedijen. Het afgelopen jaar vond Sebastiaan mijn verjaarsgeschenk bij een kweker in eigen land, een bonsai boompje, een olijfje uit Israël. Prachtig groen prijkt het op de vensterbank. Ik moest het, om het wat in bedwang te houden, insnoeien en omzichtig potte ik het snoeisel op. Zowaar, deze keer lukte het. Het stekje is even groen als de moederplant en er zijn al blaadjes bijgekomen. Wat gaat daar voor mij een bemoediging van uit. Vragen, zoeken, volhouden, tegen alles in het er niet bij neerleggen, vinden, delen, leven.... Heer, laat dit besef groeien in Uw heilig land, laat dat besef groeien in Uw heilige kerk, geef ons mensen moed om door te gaan, dat bidt U
Uw liefhebbende Martha