God,
Zoals U weet was Sebastiaan al heel lang van mening dat het voor ons tijd werd eens naar een ander onderkomen uit te zien. Het huis dat we bouwden, vijfentwintig jaar geleden, om er met vier kinderen te wonen werd veel te groot. De tuin van een kijk-ver waar werd gevoetbald en verstoppertje gespeeld was alleen niet meer bij te houden.
Het begon zo bezit van ons te nemen. Het poetsen van onbewoonde kamers en het voortdurende onmachtige gevoel van als ik niet opschiet groeien gras en paardebloemen straks onder de huiskamertafel.
Ik wilde niet weg, maar ik ben gezwicht voor Sebastiaans argumenten en het allerliefste tweepersoons huis waar we tegenaan liepen.
Hier zitten we dan in een stille straat met aan alle kanten buren. Ik hoor kinderstemmen, terwijl onze oude buurt nagenoeg geheel volwassen was.
Ik mis het wel, hoor. Het stroompje achter het huis, het stukje bosrand en de einder, m'n zelf-geplante bomen en de vogels. Oh, mussen en merels hebben we hier ook, en vluchten duiven, maar niet de roodborstjes, de groenlingen en vinken. Niet de brutale eksters, de bijna tamme waterhoentjes, de wilde eenden en de parmantige winterkoninkjes.
Ach ja, Heer, ik ben best wel tevreden, eigenlijk gewoon gelukkig. Herinnering aan het goede van gisteren, blij met het goede van vandaag en uitziend naar dat van morgen.
In de tijd dat we hier nu wonen heb ik iets eigenaardigs waargenomen. Onze straat is blijkbaar een geliefd wandelparcours voor de vele, vele hondenbezitters in de wijde omgeving. Uur na uur zie je ze langs komen: man met hond, vrouw met hond, kind met hond, altijd mens alleen met hond. Waarom alleen? Is het lastig met tweeën en een hond aan de lijn? Erkent de hond maar één baas en gaat die hem uitlaten? Of stapt men aan met het huisdier om een ogenblik ruimte en tijd te vinden, om in zichzelf te keren en even los te zijn van al het mensenmoeten?
Vroeger kon je eens een kerk binnengaan, maar daar zijn buiten de diensten de deuren gesloten. We moeten U ergens anders zoeken.
Ik ben dankbaar dat ik binnen mijn eigen muren een plekje voor mezelf heb en vandaar groet ik U.
Uw Martha