God,

Ik zit lekker buiten in de schaduw van de laurier nu ik er aan toekom U te schrijven. Ik heb hard gewerkt in de tuin en als ik het zo eens overzie heb ik het verdiend om even uit te rusten. Even niets doen, nou ja.... niets doen, even iets anders doen dan wat moet. Dat ik nu pen en papier er bij neem komt, omdat ik, al werkende, bezig was met wat gedachten waar ik U deelgenoot van wilde maken.

Het woord vakantie klinkt alom. De geslaagden van het voortgezet onderwijs hebben er al een aantal weken opzitten. De scholieren tellen af, nog drie, nog twee weken. Schoolverlaterskampen, sportdagen, oriëntatietochten, proeven van de vrijheid van zes weken niet moeten.

De STER overspoelt ons met oproepen om naar allerlei oorden van heerlijkheid te trekken, reisgidsen en folders te kust en te keur, gepresenteerd door schreeuwende mannen of zingende juffrouwen. De krant staat bol van de vakantie-adressen en busreizen, heel Europa door. De radio geeft al oproepen van de ANWB-alarmcentrale door. Zal nu het uur van de waarheid slaan: moeten we echt een stapje terug, of zeggen we dat alleen maar? En als we terug stappen, wat laten we dan vallen: het biertje, het overvloedige eten, de mooie jurk, de reis naar Spanje, of de bijdrage aan de ontwikkelingshulp?

Wij tweeën zitten er niet zo mee, Sebastiaan en ik, wij zijn niet zulke nestvlieders. lk kan me daarom toch wel voorstellen dat mensen van vierhoog-achter in een binnenstad, of van zestienhoog in de Bijlmer snakken naar bergen en bossen en blanke stranden. Maar als je van je hoge flat uit het raam naar Spanje kijkt, of naar Oostenrijk, dan sla je een heel stuk over.

Een vriendinnetje van mijn kleindochter, twaalf jaar oud, kent alle straten en stranden van Fuengirola, maar het arme kind heeft nog nooit in de trein gezeten en, net zomin als haar ouders, ooit langs de boorden van de Ley gelopen.

Vakantie is een poosje vrij zijn van het heilig moeten, maar dat los zijn van het dagelijkse doen, kan ook in je eigen land, in je eigen buurt. Er is zoveel schoons te zien, als je wilt vinden, er is zoveel geluid, waar geen radio voor nodig is, er is zoveel rust, als je één weggetje verder inslaat Heer God, zegen de reizenden, opdat ze gesterkt en heel terugkeren. Zegen de thuisblijvers, vrijwillige en hen die niet te kiezen hebben, dat ze het leven mooi kunnen vinden en waard om geleefd te worden.

Zegen mij en de mijnen, want ik heb U lief.

Uw Martha