God,

Ik heb juist het novembernummer van het Informatieblad van het dekenaat Tilburg gelezen. Nogal zwart allemaal, de dood als centraal thema. Wel begrijpelijk in november met z'n gedenkdagen van Allerheiligen en Allerzielen.

Gek woord eigenlijk: Allerzielen; het zijn ze nog niet allemaal toch? De levende nog niet, of toch wel? Ik heb niet zo goed geluisterd, sorry.

Nu moeten we door de donkere dagen van de Advent op naar het licht, het Licht van Kerstmis.

In het Informatieblad heeft één titel, meer nog dan het artikel, mij getroffen en aan het denken gezet: Van rouwdienst naar paasviering...., vooral omdat ik vreselijk opzie tegen een lieve, zoete en warme knusse Kerst, die daarvan het begin zou moeten zijn.

Het kerkelijk jaar zou eigenlijk op een ander tijdstip moeten beginnen.

Als onverwacht een van de niet meer thuiswonende kinderen op de klep valt is de eerste vraag: "Hé, waar kom jij vandaan?"; eerder dan "Waarom kom je, of waarheen ben je onderweg?"

Joeri Vladimirovitsj AndropovVan de rivieren, die door ons land stromen, moesten we op school de oorsprong leren. Als kinderen met vrienden, of vriendinnen thuiskwamen werd, vroeger al zeker, naar de familierelaties gevraagd. Ik had nog nooit iets vernomen over ene Claus, voordat hij als volwassen man de erfgename van onze troon huwde. Ik wist niets van een meneer Andropov voor hij in Rusland partijbaas en staatshoofd werd. Pas nu die dingen zijn gebeurd, worden de vijftig jaren van de één en de zeventig van de ander uitgeplozen en wellicht te boek gesteld. Zou het met Jezus ook niet zo zijn gegaan?

"Man van Nazareth, die rondgaat door Galilea, van wie ben jij er één?" Toen hij zijn afgrijselijke dood had gevonden aan het kruis, liet hij de mensen nog niet los. Zijn woorden leefden voort, kregen gestalte in de verrezen Heer.

Ik denk, dat toen pas zijn wonderlijke voorgeschiedenis aan het licht kwam, uit de verhalen van familie en stadsgenoten.

Zó overwegend, kan ik wat afstand nemen van een Kerstmis met een stalletje en bomen vol blinkende bollen en slingers, gehuld in kunstlicht en kunstsneeuw.

Ja, ik zal de geboorte van Uw Zoon toch kunnen gedenken, als het begin van mijn voltooiing.

Goede God, ik dank U en ik groet U,

Uw liefhebbende Martha