God,
We hebben de lente getrotseerd en zijn alle weer en geen weer, in maart, april en mei uiteindelijk toch te boven gekomen.
Nauwelijks heet het juni, of de mussen vallen van het dak, maar dat dan ook weer niet zoals we denken dat het moet zijn. De dag door was het bloedheet en 's avonds uren aan een stuk donder en bliksem met stortregens en hagelbuien; stenen zo groot als mereleieren.
Hebt U niks gewoons meer voor ons?
Moeten we nou bij voorkeur records in buitenissige weersomstandigheden blijven scoren?
Ik vind er niks aan; sorry dat ik het zeg, maar ik meen het uit de grond van mijn hart.
Maar weer of geen weer, in duizenden huiskamers in Nederland liggen de vakantieplannen al compleet uitgewerkt in de kast en nog maar een paar weekjes en de jaarlijkse volksverhuizing begint weer in Europa.
Het moet vanuit uw hoge hemel een mooi gezicht zijn. Ik kan er maar een klein stukje van zien, als ik door de weilanden naar de snelweg wandel.
Ik begrijp het, dat mensen graag voor een tijdje uit het leven van alledag willen stappen om vrij te zijn, vrij van sleur, vrij van wat-zullen-de-buren-ervan-zeggen, vrij van dagelijks nieuws, van politiek, van ons weer en van de familie.
Ik kan niet zogoed begrijpen, waarom mensen het reizen met een auto zo ingewikkeld en moeilijk maken. 's Avonds na de laatste werkdag gauw een boterham, inpakken, laden en wegwezen. Een hele nacht doorrijden. Waarom?
Jakkeren, om bekaf, snel op de plaats van bestemming te zijn, of om minder gevaar te ontmoeten op de weg. Het kan ook zijn, om minder kans te lopen, zelf gevaarlijk te worden voor medemensen. Krantenartikelen en waarschuwingen zullen niet veel helpen, ben ik bang.
God, ik bid U, wees mét de onervarenen in het verkeer. Behoed hen voor overmoedigheid en bescherm hen op al hun wegen, onder de maan en onder de zon.
Heer, wees met de ervaren rijders. Geef hun wijsheid en lijdzaamheid ten aanzien van hen, die het allemaal nog niet zo goed kunnen.
Houdt Heer, de wegpiraten in toom opdat de vakantiedagen van eenieder gezegend zijn en dat er na weggeweest weer thuiskomen mag zijn voor al uw kinderen hier, nog niet bij U, dat liever maar later.
Dit bidt U,
Uw Martha
op haar eigen groene weitje