1979 brief 1
God,
Ik loop al van Kerstmis af met een kaart in mijn schortzak, waar ik nog steeds over moet nadenken.
1979 brief 3
God,
Het is alweer mei en nadenkend over het bijzondere aan mei, is er van alles in mij komen bovenborrelen. Ik weet nog niet of er verband bestaat tussen al die gedachtenflarden en ik weet ook niet, of ik het allemaal op een rijtje kan krijgen. U doorschouwt mensen beter, denk ik, dan zijzelf.
1979 brief 4
God,
We hebben de lente getrotseerd en zijn alle weer en geen weer, in maart, april en mei uiteindelijk toch te boven gekomen.
1979 brief 5
God,
Eén zwaluw maakt nog geen zomer, zegt het oude spreekwoord.
Nou, met z'n alle duizenden hebben ze het ook niet kunnen klaren.
1979 brief 6
God,
Ik had de hele milde nazomerdag in de tuin gewerkt. Ik was al die willige goeiige groeiers en bloeiers, die zo weinig tot hun recht zijn gekomen dit jaar, gedag wezen zeggen en heb hun bed voor de winter gespreid.
1979 brief 7
God,
Wat is er toch allemaal aan de hand met onze Moeder de H. Kerk, met onze Vader de Paus en onze Broeders de Bisschoppen?
1979 brief 8
God,
Het jaar 1979 heeft zijn twaalfde naam alweer. Het blije familiefeest van Sinterklaas is weer achter de rug.