Voor gezinnen die in stille armoede moesten leven had zij een perfecte antenne. Suus von der Fuhr had onmiddellijk in de gaten wanneer gezinnen buiten hun schuld buiten het bereik van de sociale dienst dreigden te vallen. In Tilburg stond zij aan de basis van een sociaal vangnet dat nog steeds functioneert.
Meindert van der Kaaij, Trouw, 25 september 2017
'Eerst een ander, dan jijzelf', was het motto dat zij tot bijna vervelens toe op 'haar medewerkers' overbracht. Dat de gedreven Suus destijds de baas was bij de Vincentiusvereniging Tilburg werd door iedereen moeiteloos geaccepteerd. Ze kon soms drammen, maar het was nooit voor haarzelf. Als het niet anders kon, vond ze dat ze dan maar lastig moest zijn. In een van de vele afscheidsinterviews zei ze: 'Dit mens heeft zich overal mee bemoeid'.
Opmerkelijk was dat ze het vrijwilligerswerk verrichtte in een katholieke organisatie, terwijl zij in Schoonhoven opgroeide in een remonstrants gezin. Haar vader was ouderling in een vrijzinnige gemeente en in de opvoeding was dogmatiek uit den boze. Toen Suus na haar opleiding tot onderwijzeres verliefd werd op Eric von der Fuhr, een katholieke militair uit Tilburg, was dat voor haar ouders geen probleem. Zij mocht katholiek worden om een huwelijk mogelijk te maken.
Haar schoonfamilie stond er wat minder makkelijk in, daar maakte de pastoor uit wat goed en wat fout was. Suus trok zich daar niet zo veel van aan. Regels waren hulpmiddelen, zo vond ze, en uiteindelijk bepaalde haar geweten wat ze wel en niet deed. Verloofde Eric was op dat moment KMA-cadet en nadat de oorlog uitbrak, bracht hij de oorlogsjaren in een Duitse krijgsgevangenis door. Nog geen twee maanden na de bevrijding trouwden zij.
Liefdadigheid
Eric was luitenant-kolonel toen een auto-ongeluk een einde maakte aan zijn carrière in het leger. In Tilburg verdiende hij daarna volgens familietraditie als textielhandelaar en fabrikant zijn brood. Suus bracht vier zonen ter wereld. Daarnaast werd ze actief in de liefdadigheid binnen de katholieke wereld. De eerste stappen op dat terrein zette zij in 1953 na de watersnoodramp.
Het was het begin van een bijna vijftigjarige aanwezigheid in de Tilburgse wereld van goeddoen. In de kern kwam het er op neer dat zij werkte aan de omschakeling van de charitas van de notabelen naar een recht op een aanvaardbaar leven, zoals een van haar vele bewonderaars bij de begrafenis het formuleerde.
Onder haar leiding fuseerden alle parochiële Vincentiusverenigingen tot één Tilburgs netwerk. De wereld seculariseerde en de kerk kwam steeds minder in de belangstelling te staan. De ingrijpende reorganisatie waar Suus de drijfveer van was, leidde bijvoorbeeld tot de vorming van het Centraal Magazijn, nu bekend als de Vincentshop, waar tweedehands spullen worden verkocht.
Ook kwam er door haar de Hulpcentrale, waarbij vrijwilligers gratis klusjes opknappen voor mensen die dat zelf niet kunnen. Ze nam het voortouw bij de vorming van Stichting Leergeld in Tilburg en Goirle die scholieren uit armlastige gezinnen financieel ondersteunen in het onderwijs. Bovendien nam ze het initiatief voor de oprichting van het HIV Trefpunt Tilburg en de HIV Vereniging.
Bij die laatste vereniging werd zij 'oma aids' genoemd. Zij raakte er betrokken via haar zoon Reinier die homo was en in 1995 aan aids zou overlijden. Zij had trouwens nog een zoon die homo was. Zelf had zij daar geen enkel probleem mee, maar de katholieke kerk des te meer en dat griefde haar tot op het bot.
In het blad van het decanaat Tilburg/Goirle schreef Suus twintig jaar lang onder het pseudoniem 'Uw liefhebbende dochter Martha' een brief aan God, waarin zij alledaagse vragen en problemen waarmee zij worstelde aan de orde stelde. Maar soms was daar ook enige frustratie zichtbaar over het keurslijf van de katholieke kerk. Ze stopte met die brieven van Martha toen zij 75 jaar werd. Er verscheen een boekje met een bloemlezing uit die brieven.
Opkomen voor anderen was nu eenmaal haar eerste, tweede en derde natuur. Ze bezat een scherpe tong en een venijnige pen, maar had ook een talent voor stille diplomatie. Ze had lak aan ongefundeerd en autoritair gezag en was voor niemand bang. Ook niet voor kardinaal Simonis. Zij schreef hem een boze brief omdat haar twee zoons in de kerk niet gewenst waren.
Hij nodigde haar uit voor een gesprek en daar nam zij niets terug van haar woorden. Zij legde uit hoe wreed het voor haar was dat haar twee zoons die hun partner in oprechte liefde trouw waren gebleven, door de kerk als lucht werden beschouwd. Het leverde, vanzelfsprekend, niets op, maar ze had toch haar hart gelucht.
Drie laatste brieven van Martha
Uiteindelijk kon Suus het toch niet verkroppen. Aanleiding was een op het eerste oog onbenullig voorval in 2010 waarbij een katholiek belijdende homo als prins carnaval de communie werd geweigerd in een carnavalsmis. Kort daarop stapte ze binnen bij pastor Willem Brok met de vraag of hij haar wilde helpen om zich uit de kerk te schrijven. Hij heeft dat haar uitgelegd, op voorwaarde dat zij nog één keer een brief van Martha zou schrijven waarin zij God uitlegde hoe zij tot deze stap was gekomen.
Het werden drie brieven, waarin zij nog eens terugkeek op haar leven. Hoe het katholieke keurslijf niet meeviel voor een vrouw met een vrijzinnige opvoeding. Hoe blij ze was met het tweede Vaticaans Concilie dat duidde op minder strakke regels en meer ruimte voor het geweten. Over de teleurstelling die volgde toen bleek dat de kerkleiders toch een andere weg insloegen.
Het weigeren van de carnavalsprins was de bekende druppel. "Zou ik in een viering mijn zó uitgesloten kind verloochenen en wel tot de tafel naderen? God, dat gelooft u toch zelf niet?" Ze was ervan overtuigd dat Gods oordeel veel milder zou zijn dan dat van de katholieke kerk. "Niettemin was de gang naar de pastorie niet zomaar een loopje. Elke stap telde en ik ben niet van harte blij met de rust die over me gekomen is. Het zal wennen zijn."
"Suus en ik hebben er samen om gehuild", zegt pastor Willem Brok daarover. Echt uitschrijven lukt niet in de rooms-katholieke kerk. Eenmaal gedoopt blijf je gedoopt. "Suus heeft wel een brief in de pastorie afgegeven en de banden verbroken met de officiële kerk." Ze verliet dan wel de kerk, maar Brok bleef haar als pastor vasthouden. Ze bezocht daarna de huiskerk.
Haar echtgenoot Eric heeft dit allemaal niet meegemaakt, hij overleed in 1992. Bij dit verdriet bleef het niet voor Suus. Ze verloor daarna haar zonen Hein, Steven, Gijs en Reinier door een bootongeluk, kanker, hartstilstand en, zoals al gezegd, aan aids. Vaak kreeg ze de vraag hoe een mens dit verwerkt krijgt. Het verbaasde haar zelf ook. "Dan denk ik: ik ben niet normaal."
Haar kleindochter Suzanne Grotenhuis bedacht een paar jaar geleden om haar oma voor een theaterproject te interviewen over de betekenis van bepaalde woorden. Het werden uiteindelijk meerdere filmpjes die op Vimeo veel werden bekeken.In een van die filmpjes zei ze over het verlies van haar man en vier zonen, dat een mens gewoon een streep moet trekken en daar vervolgens over heen moet stappen. Zo simpel als dat.
Suzanna Wilhelmina von der Fuhr - In 't Veld werd op 10 juli 1921 in Schoonhoven geboren en overleed op 25 augustus 2017 in Tilburg.